Nieuws
Bedrijfsleven blijft pal achter euro staan
14 februari 2012 - Ondanks de nog voortdurende vertrouwenscrisis omtrent de euro als gevolg van de schuldencrisis, zijn ondernemers van landen in de eurozone nog steeds warm voorstander van de gezamenlijke munteenheid. Zelfs met de zorgelijke situatie in Griekenland willen de meeste eurozone-ondernemers niet van de euro af.
De gevoelens van heimwee naar de gulden die bij Nederlandse consumenten sterk lijken te leven, zijn niet aan hen besteed. De introductie van de euro is volgens vier van de vijf ondernemers (78 procent) destijds van positieve invloed geweest op hun business. Dit blijkt uit het Grant Thornton International Business Report dat onlangs onder 1.300 zakenmensen in Europa en in een aantal aangrenzende landen is gehouden.De gunstige effecten van de euro zijn volgens de ondervraagde cfo’s, managing directors, bestuursvoorzitters en kaderleden: de toename van onderlinge handel binnen muntunie (23 procent), het verdwijnen van wisselkoersrisico’s (vijftien procent) en meer prijstransparantie (twaalf procent). Hoewel 57 procent van de ondervraagden als nadeel van de introductie de stijgingen in kosten en prijzen benoemt, wil 92 procent dat de munteenheid blijft bestaan. Het meest positief over de impact van de euro zijn Finland (90 procent) en België (84 procent), Italië is het minst enthousiast: minder dan de helft wil dat de euro overeind blijft (48 procent). Nederland zit met 68 procent bij de middelmatig positieven, net als Duitsland (79 procent) en Frankrijk (71 procent). Vrijwel alle ondervraagde Nederlandse ondernemers (98 procent) willen in elk geval dat Nederland de euro als munteenheid handhaaft. Alleen Finse ondernemers zijn daar nog stelliger in: 100 procent.
Hoge staatsschuld
Frank Ponsioen, bestuurslid Grant Thornton: "De grootste uitdaging van het moment is het reduceren van de staatsschulden. Bij het Verdrag van Maastricht, precies twintig jaar geleden, werd bepaald dat landen bij toetreding tot de eurozone maximaal 60 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP) aan staatsschuld mochten hebben. Nederland zat in het derde kwartaal van 2011 volgens de nieuwste gegevens van Eurostat op 64,5 procent en het gemiddelde van de eurozone bedraagt 87,7 procent van het BBP. Politici moeten duidelijk het huishoudboekje op orde krijgen. Geen makkelijke opgave, omdat ‘verkeerde’ extra bezuinigingen de noodzakelijke en de inmiddels enigszins herstellende economische groei kunnen afremmen. In elk geval is er volgens het onderzoek brede steun vanuit het bedrijfsleven voor het voortzetten van de muntunie. De uitbreiding van de EU ligt een stuk gevoeliger. Daar zouden politici wel rekening mee moeten houden."
Eurozone, Polen en Turkije
Als het gaat om Europese integratie liggen de opinies een stuk verder uiteen. Minder dan een op de drie ondernemers (31 procent) wil een uitbreiding van de muntunie. De Europese landen met grote problemen daarentegen, te weten Griekenland (62 procent) en Spanje (53 procent), zien nieuwe toetreders wel zitten. De drie landen die nog als enige een AAA-rating hebben – Nederland (24 procent), Finland (50 procent) en Duitsland (40 procent) – zien juist liever dat bepaalde landen de eurozone verlaten. Buiten de eurozone is het beeld eveneens gevarieerd. Polen (64 procent) en Denemarken (62 procent) sluiten zich graag aan bij de eurolanden. Het Verenigd Koninkrijk (twaalf procent) en Zweden (28 procent) hebben daar echter vrijwel geen behoefte aan. Ondernemers uit de hard groeiende Turkse economie zouden weliswaar meer aansluiting willen bij de Europe economie (88 procent), toch wil slechts 32 procent van hen op de euro overstappen. Landen als Armenië (62 procent) en Georgië (86 procent) zien meer samenwerking met de EU beslist zitten, maar deelname aan de euro is een stuk minder gewenst (respectievelijk 28 procent en achttien procent).
Doorsturen | Reageer | Nieuwsbrief