Nieuws
Werkkostenregeling stuit op verzet
18 mei 2012 - Bijna de helft van alle accountants in Nederland verwacht dat de Werkkostenregeling (WKR) er niet zal komen in 2014. Een nog groter deel – zeven op de tien – geeft aan dat cliënten nog niet van plan zijn om per 1 januari 2013 over te stappen op de nieuwe regeling.
Dat blijkt uit onderzoek van UNIT4 onder ruim 600 accountants- en administratiekantoren. Tom Modderkolk gaat in de Unit4-blog in op de resultaten.Uitvoerbaar?
De vraagtekens die de accountants bij de nieuwe regeling zetten, hebben met name te maken met de uitvoerbaarheid; twee derde van de ondervraagden geeft aan dat de WKR praktisch niet uitvoerbaar is. Opvallend is dat ongeveer de helft (48 procent) van de accountants die wel al klanten heeft begeleid, aangeeft dat de invoering van de WKR eenvoudig ging. Accountants zijn gemiddeld genomen pessimistischer dan de rest van het bedrijfsleven. Uit eerder onderzoek van UNIT4 bleek dat een kwart van de Nederlandse organisaties verwacht dat de werkkostenregeling niet doorgaat.
Heeft de WKR effect?
Of de regeling ook het gewenste effect heeft op de loonkosten? Daar zijn de meningen over verdeeld. Volgens 44 procent is er geen verschil met de huidige regeling, 31 procent merkt wel een daling in de loonheffingen en tien procent ziet juist een toename.
De WKR omvat nieuwe regels voor vergoedingen aan werknemers. Hoewel de regeling in principe al van kracht is sinds 1 januari 2011, geldt er een overgangsregeling tot 1 januari 2014 – dan wordt de regeling verplicht voor alle werkgevers. De doelstelling is een administratieve lastenverlichting voor ondernemers van 124 miljoen euro, aldus het ministerie van Financiën bij de aankondiging van de WKR in 2010. Een ruime meerderheid van de ondervraagde accountants- en administratiekantoren (77 procent) is het hier niet mee eens en denkt dat de WKR een verkapte lastenverzwaring is.
Hoe werkt het?
Met de WKR vervalt het huidige stelsel van onbelaste vergoedingen. Daarvoor in de plaats komt een vaste vrijstelling (werkkostenregeling) van 1,4 procent over de fiscale loonsom. Zijn de totale kosten hoger dan dit forfait (en dat zijn ze al gauw: 1,4 procent van een modaal jaarinkomen van 32.000 euro is 448 euro) en vallen ze niet onder de aangewezen vrijstellingen, wat er maar heel weinig zullen zijn, dan zijn er twee mogelijkheden:
- De heffing over de totale post komt volledig voor rekening van de werkgever, die er tachtig procent eindheffing over betaalt;
- De kosten komen bovenop het loon van de werknemer die er loonheffingen over verschuldigd is.
Vanwaar de negatieve houding?
Of het zo ver komt, valt dus nog te bezien: Nederlandse accountants lijken er in elk geval weinig heil in te zien. Het zou kunnen zijn dat het te maken heeft met koudwatervrees – niet voor niets zijn bedrijven die eenmaal WKR hebben ingevoerd een stuk minder negatief. Een andere mogelijke oorzaak van de terughoudendheid is de interne weerstand bij veel organisaties tegen de nieuwe regeling. Het is immers lastig uit te leggen aan medewerkers dat sommige vergoedingen anders (lees: meer) belast gaan worden. Vaak worden deze vergoedingen (een bedrijfstelefoon, zakenlunches) gezien als een onderdeel van de beloning. En dat dit gevoelig ligt, laat zich raden. Doorsturen | Reageer | Nieuwsbrief