Nieuws
Houding failliete ondernemer bepaalt succes herstart
5 oktober 2012 - Veel (ex-)failliete ondernemers blijken geen ondernemende ambities meer te hebben. Van degenen die deze ambities wel hebben, lukt het slechts een beperkt deel om daadwerkelijk te herstarten.
Negatieve ervaringen met betrokkenen tijdens het faillissement als curatoren en andere ondernemers, ontmoedigen de ondernemer zijn ondernemerambities verder voort te zetten.Uit nieuw onderzoek van Panteia/EIM en VU Amsterdam onder curatoren en niet failliete ondernemers, blijkt dat de houding van de ondernemer na een faillissement meer bepalend is voor het succes van een mogelijke herstart dan heersende vooroordelen over failliete ondernemers.
Afwikkeling van faillissement en stigmatisering belemmeren herstart
Jaarlijks worden enkele duizenden faillissementen uitgesproken in Nederland. Slechts een fractie van de ondernemers probeert het weer opnieuw. Failliete ondernemers ervaren verschillende soorten barrières om opnieuw een onderneming te beginnen. Belangrijke belemmeringen ontstaan ten eerste in de afwikkeling van het faillissement. De duur van de afwikkeling zorgt voor grote onzekerheid bij de ondernemer en er gaat veel tijd zitten in de afhandeling, waardoor weinig tijd en aandacht overblijft voor het (nadenken over het) opzetten van een nieuw bedrijf. De rol van de curator in dit proces wordt over het algemeen onder failliete ondernemers als negatief ervaren. Een tweede barrière is gelegen in de mate van stigmatisering van ondernemers met een faillissement. Betrokkenheid bij een faillissement blijkt in Nederland in de algemene opinie vaak te leiden tot afkeuring en sociale uitsluiting. Stigmatisering kan door direct betrokkenen geschieden door bijvoorbeeld de curator, door collega-ondernemers zoals leveranciers of afnemers, vrienden en familie, of meer algemeen door berichtgeving in de media, andere groepen.
Professionele houding van failliete ondernemer belangrijk bij herstart
Uit nieuw onderzoek blijkt dat de negatieve perceptie van ondernemers op de afwikkeling van het faillissement en houding van betrokkenen, niet gedeeld worden door de curatoren en andere ondernemers die zelf geen faillissement hebben meegemaakt. Slechts een beperkt deel van de curatoren vindt ondernemers betrokken bij faillissement a priori onbetrouwbaar of incapabel. Uit interviews blijkt wel dat curatoren zich storen aan ondernemers die de oorzaak enkel buiten henzelf zoeken en niet reflecteren op de door hen gemaakte fouten. Verder blijkt uit het onderzoek dat in Nederland MKB-ondernemers in principe positief aankijken tegen (ex-)failliete ondernemers die proberen opnieuw een onderneming op te zetten. De mate van stigmatisering is beperkt. Wel blijken ondernemers die ooit zijn gedupeerd door een failliete ondernemer minder bereid om deze groep een tweede kans te gunnen. Wil een failliete ondernemer het negatieve beeld doen kantelen dan helpt het in ieder geval om daarbij professioneel ondernemersgedrag te tonen, zoals een fatsoenlijke boekhouding en goede relaties met financiers en leveranciers. Ook doen ondernemers er goed aan, niet onnodig in de verdediging te schieten. Doorsturen | Reageer | Nieuwsbrief