Nieuws
Inhaalproductie woningnieuwbouw zet vanaf 2015 in
4 april 2013 - Het aantal gereedgemelde nieuwbouwwoningen daalt in 2014 naar een dieptepunt van 41.000 woningen. Vanaf 2015 neemt het aantal gereedmeldingen weer toe.
Onder invloed van het opgelopen woningtekort en de toenemende poel ongerealiseerde verhuiswensen stijgt het aantal gereedmeldingen in 2018 naar circa 65.000 woningen.Hierna vlakt het aantal gereedmeldingen weer af tot onder de 60.000. Dit blijkt uit het rapport ‘Bouwproductie in Detail’ van BouwKennis, waarin de bouwproductie tot en met 2020 in kaart is gebracht.Verleende vergunningen
Het potentieel aantal nieuw te bouwen woningen ligt op de korte termijn vast door het aantal verleende vergunningen. Voor woningnieuwbouw is het bezit van een bouwvergunning immers wettelijk verplicht. De vraaguitval op de woningmarkt en het slechte economische klimaat van de afgelopen jaren hebben het mes gezet in het aantal aangevraagde woningbouwvergunningen.
In 2012 werd voor 37.370 nieuwbouwwoningen een vergunning verleend, een naoorlogs dieptepunt. De vergunningverlening is tussen 2008 en 2012 in aantallen met 57 procent gedaald en in euro’s reëel met circa 62 procent. De hardere daling in euro’s komt door de verhoudingsgewijze stijging van het aandeel huurwoningen op de totale vergunningverlening.
Dieptepunt gereedmeldingen in 2014
In Nederland gaat de bouw van een project met koopwoningen pas van start zodra een bepaald percentage van de woningen van tekening verkocht is. De verkoop van tekening ligt al twee jaar stukken lager dan er aan bouwvergunningen klaar ligt. Dat betekent dat er vertraging in het bouwproces optreedt, waardoor de tijd tussen vergunningverlening en gereedmelding van de woning oploopt. De bouwtijd bedraagt circa 1,5 tot 2 jaar. De laatste jaren is twee jaar zeker niet ongewoon.
Gezien de economische verwachtingen voor het komende jaar en de aanhoudend hoge werkloosheid, matige koopkracht en de relatief stijgende woonlasten (strengere hypotheekregels, btw-verhoging op nieuwbouw), zal de verkoop van nieuwe woningen ook in 2013 in malaise zijn. Dit leidt in 2013 en 2014 tot daling van het aantal gereedgemelde woningen. In 2014 wordt een dieptepunt bereikt op 41.000 woningen met een productiewaarde van ruim acht miljard euro (prijzen 2011, niveau Nationale Rekeningen). In 2012 zijn naar schatting 48.000 woningen gereedgemeld met een productiewaarde van circa 9,6 miljard euro (prijzen 2011, niveau Nationale Rekeningen).
Inhaalvraag op komst
Na dit dieptepunt in 2014 zal de woningnieuwbouw weer zijn weg omhoog vinden. Dat komt doordat de toename van het aantal huishoudens de laatste paar jaar hoger ligt dan het aantal toegevoegde woningen aan de woningvoorraad. Op de lange termijn kunnen de woningbouw en de toename van het aantal huishoudens elkaar niet ver ontlopen. Daarnaast heeft een aanzienlijk aantal huishoudens dat graag wilde verhuizen hun plannen niet ten uitvoer gebracht. Bovenop de verwachte toekomstige huishoudensgroei komt dus ook nog een inhaalvraag. Hierdoor neemt de druk op de woningmarkt toe, waardoor na 2015 ruimte ontstaat om extra nieuwe woningen te bouwen. Tot slot zal ook de verwachte aantrekkende economie de woningbouw een steun in de rug geven.
Vanaf 2015 zal daarom de woningnieuwbouw aan een forse inhaalslag beginnen. Als gevolg van de inhaalvraag zal er eerst een toenemende doorstroming in de bestaande voorraad plaatsvinden, om later door te sijpelen naar de nieuwbouwkoopmarkt. Als de doorstroming eind 2013 op gang komt, zullen er in de loop van 2014 meer vergunningen worden aangevraagd. Dit proces zet dan versterkt door in 2015 en daarna. Aangezien er een tijd tussen vergunningverlening en oplevering van de woning zit van 1,5 à 2,0 jaar, zal pas vanaf 2015 de nieuwbouw weer de weg omhoog vinden.
Stabilisatie na de inhaalvraag
Cumulatief komen er van 2011 tot 2020 circa 500.000 huishoudens bij. Dit is echter niet gelijkmatig verdeeld. De jaarlijkse toename van het aantal huishoudens zakt van ongeveer 60.000 in 2012 naar 53.000 in 2020. Na inhaalproductie tussen 2015 en 2018 zal de woningnieuwbouw weer terugvallen tot een niveau dat rond de jaarlijkse huishoudensgroei ligt. Er zal dan structureel per saldo circa 50.000 woningen aan de voorraad toegevoegd worden. De nieuwbouwproductie zal iets hoger uitvallen dan 50.000, omdat er ook nog gecompenseerd moet worden voor gesloopte woningen.
‘Bouwproductie in Detail’
De rapportage ‘Bouwproductie in Detail’ brengt de bouwproductie tussen 1970 en 2020 in kaart voor zowel de utiliteitsbouwmarkt als de woningmarkt. Het gaat om bouwproductie in de breedste zin van het woord, dus nieuwbouw, renovatie en onderhoud. Per sector worden de belangrijkste onderliggende factoren gezocht die de productie bepalen. Daarnaast is per sector in kaart gebracht wat de belangrijkste beleidsontwikkelingen zijn door de tijd heen. Zowel de verschillende gebouwtypen (woningen, bedrijfshallen, kantoren, winkels, onderwijsgebouwen, zorggebouwen en overige gebouwen) als de verschillende sectoren (woningmarkt, agrarische sector, industrie, handel en horeca, vervoer en communicatie, zakelijke dienstverlening, zorg, onderwijs, openbaar bestuur en overige diensten) worden in kaart gebracht. Doorsturen | 1 reactie | Nieuwsbrief