Nieuws
Jonge ondernemers het meest positief
10 juni 2013 - Het Nederlandse midden en kleinbedrijf ziet nog geen verbetering van het huidige economische klimaat. Voor de komende twaalf maanden verwachten de ondernemers geen verandering.
Dit blijkt uit het ING OndernemersBericht, een periodiek onderzoek onder 1.160 ondernemers in het kleinbedrijf. Jonge ondernemers zijn het meest positief over de nabije toekomst. Zij verwachten de omzet de komende twee jaar te zien groeien. De inzet van familieleden in het bedrijf is een belangrijke factor in het kleinbedrijf. Een derde van de ondernemers heeft familie in het bedrijf werken. Hoe groter de onderneming groeit, des te minder er beroep gedaan wordt op de inzet van meewerkende familieleden.Grote verschillen
De ING OndernemersIndex – een graadmeter voor de financiële resultaten van een onderneming – is in de afgelopen zes maanden met vier punten gedaald naar 85 punten. Daarmee staat de index vijftien punten onder de neutraalstand van 100. Vooral in de sectoren die het zwaar te verduren hebben, zoals de bouwsector en de non-food detailhandel zijn ondernemers het minst optimistisch (70 punten). Op regionaal niveau zijn er eveneens verschillen zichtbaar. Bedrijven in de provincies Flevoland (96 punten) en Noord-Brabant (90 punten) zijn het meest optimistisch.
Jonge ondernemers meest positief over toekomst
Vier op de tien ondernemers verwachten de komende twee jaar meer omzet te realiseren. Het zijn met name ondernemers jonger dan 35 jaar die deze verwachting uitspreken (54 procent). Van de ondernemers ouder dan 50 jaar verwacht een meerderheid een gelijke omzet te realiseren. Een andere groep die over twee jaar omzetgroei verwacht te realiseren zijn ondernemers die internationaal actief zijn.
Nog steeds uitstel van investeringen
Slechts één op de vijf ondernemers vindt het nu een gunstige tijd voor bedrijven om te investeren. Een grote meerderheid deelt deze mening niet. Dit blijkt ook uit de prioriteiten die ondernemers opgeven. De belangrijkste doelstelling voor ondernemingen in de komende twaalf maanden is zorgen voor continuïteit van het bedrijf, gevolgd door overleven in de huidige markt. Ben van de Vrie, directeur marketing zakelijk van ING Nederland: "Ik herken dit beeld. Maar we zien ook positieve ontwikkelingen in specifieke branches en we spreken ook veel ondernemers die wel plannen hebben, maar hun kruit nu nog droog houden."
De helft van de ondernemers is het nog steeds eens met de stelling ‘Het ondernemerschap geeft mij voldoening’.
Onveranderd klimaat
Twee derde van de ondervraagde ondernemers is van mening dat het ondernemersklimaat in de afgelopen twaalf maanden is verslechterd. Bij de vorige rapportage lag dit percentage nog op 53 procent. Over de komende twaalf maanden verwacht 40 procent een verslechtering, terwijl nog eens 40 procent verwacht dat de situatie het komende jaar onveranderd zal blijven.
Familieleden zijn belangrijke groep medewerkers
Een derde van de ondervraagde ondernemers heeft familieleden in het bedrijf werken. Naarmate een bedrijf in grootte toeneemt (gemeten naar aantal werknemers) daalt dit percentage. Bij bedrijven met twee tot 20 werknemers heeft meer dan de helft familieleden in dienst, bij bedrijven met 20 tot 50 werknemers is dit 36 procent.
Een meerderheid van de ondernemingen met meewerkende familieleden hebben één familielid in dienst. In de meeste gevallen betreft dit de partner van de ondernemer, gevolgd door de kinderen. Deze zijn met name werkzaam op directie- en stafniveau (47 procent), boekhouding (23 procent) en productie (19 procent). Ongeveer 30 procent van de meewerkende familieleden heeft een meer flexibele invulling van taken en werkzaamheden ten opzichte van de andere medewerkers in het bedrijf.
Als belangrijkste redenen om familieleden in dienst te hebben worden ‘betrouwbaar’ en ‘meest geschikte persoon qua kennis en ervaring’ genoemd. Voor de bedrijven die geen meewerkende familieleden hebben, gelden ‘het is nooit aan de orde geweest’, ‘geen van mijn familieleden is geschikt om in mijn bedrijf te werken’ en ‘ik wil bewust geen familie in mijn bedrijf hebben’ als belangrijkste argumenten. Doorsturen | Reageer | Nieuwsbrief