Nederland moet van VS en China leren

20 juni 2014 - Innovatie is van levensbelang voor de vestigingsplaats Nederland en de belangrijkste handelspartner Duitsland. Toch lopen beide landen het risico om in de wereldwijde concurrentiestrijd terrein te verliezen.

Dat benadrukten experts van internationale ondernemingen op woensdag 18 juni 2014 tijdens het Nederlands-Duitse forum ‘Innovatie en ondernemingsklimaat’ in Leverkusen. De Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK) had 150 gasten in het communicatiecentrum Baykomm van Bayer AG bijeengebracht.

Innovatie-horde
Keynote-speaker Marijn Dekkers, bestuursvoorzitter van Bayer AG, prees de inspanningen van de Bondsregering, die met de Hightech-Strategie 2020 belangrijke innovatie-hordes zou nemen. Tijdens de economische crisisjaren heeft Duitsland de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling verhoogd. Bijna drie procent van het bruto nationaal product (BNP) gaat inmiddels naar innovatie. Daar steekt de situatie in Nederland volgens Dekkers schril bij af. Hier is vooral de financiële terughoudendheid van de regering een probleem, maar ook vindt er te weinig onderzoek plaats in het midden- en kleinbedrijf.

Goede uitgangspositie
Beide landen zouden echter duidelijk grotere inspanningen moeten leveren om hun goede uitgangspositie in de wereldwijde concurrentiestrijd te behouden, aldus de Bayer-topman. "Ik tel Nederland en Duitsland op dit moment niet tot de sleutellanden als het gaat om ideeën, uitvindingen, methodes en processen die tot innovatie leiden."
Zo zouden Duitse bedrijven vooral met te weinig risicokapitaal (venture capital) zijn uitgerust. Nieuwe bedrijfsmodellen en producten zouden daardoor moeilijker om te zetten zijn. In een vergelijkend onderzoek met vijftien andere landen zou Duitsland op dit gebied de laatste plaats bezetten. Het aandeel risicokapitaal in het BNP ligt bij een magere 0,02 procent. In de Verenigde Staten zou dit tien keer zo hoog zijn. Ook Nederland staat er wat dat betreft met 0,03 procent relatief zwak voor.

Opleidingsniveau
Zorgen maakt Dekkers zich ook over het opleidingsniveau in Nederland en Duitsland. De afstand tot investeringslocaties als Singapore, Hong Kong, Taiwan en Korea blijft volgens hem groot. Duitsland heeft te weinig jongen mensen met een hbo- of universitair diploma. Daardoor dreigt het tekort aan vakkrachten een allesbepalend probleem te worden. Ook in Nederland ligt het aandeel afgestudeerden met een natuurwetenschappelijke of technische studie duidelijk onder het EU-gemiddelde.
Wat dat laatste betreft zat Dekkers op één lijn met DNHK-voorzitter Thomas Hoyer. Volgens hem hebben zowel in Duitsland als in Nederland op dit moment de ‘nee-zeggers’ het voor het zeggen. "Dat zien we bijvoorbeeld bij de actuele discussie over het vrijhandelsakkoord TTIP," aldus Hoyer. "De argumenten zijn daarbij deels niet steekhoudend. Maar angsten wegen voor velen zwaarder dan kansen. Dat geldt ook voor thema’s als fracking of LNG."

Innovatie afstemmen
Bayer-voorzitter Dekkers riep beide landen ertoe op, hun inspanningen voor meer innovatie beter op elkaar af te stemmen. "Als beide landen continu samenwerken, kunnen ze in de toekomst topprestaties leveren op het gebied van innovatie." Dat zou ook de arbeidsmarkten in beide landen een opsteker kunnen geven. Op dit moment is Nederland met meer dan 120 miljard euro al goed voor een kwart van alle directe buitenlandse investeringen in Duitsland en daarmee voor meer dan 600.000 arbeidsplaatsen," aldus de Bayer-voorzitter.

Leren van voorbeelden
Beide landen zouden moeten leren van voorbeelden als de Verenigde Staten en China. Zo zouden de universiteiten er in China door nauwe samenwerking aan bijdragen dat het land inmiddels de meeste patenten voor zijn rekening neemt. In de VS wordt vaart gemaakt met de vierde industriële revolutie. Door verdere integratie van systemen zou het gelukt zijn om arbeidsplaatsen terug te halen, doordat de productie goedkoper plaats kan vinden dan elders.

Verdere sprekers tijdens het forum waren Rolf Dieter Schwalb, CFO van DSM, Werner Fuhrmann, Director Specialty Chemicals bij AkzoNobel en Alexander Schumann, hoofdeconoom bij de Deutscher Industrie- und Handelskammertag (DIHK).

Doorsturen  |  Reageer  |  Nieuwsbrief