Nieuws
De toekomst van pensioen voor flexibele en mobiele werknemers
16 februari 2015 - Werkgevers in de schoonmaakbranche (OSB), horeca (KHN), detailhandel (RND) en de uitzendbranche (ABU, NBBU) hebben hun krachten gebundeld voor een verdere ontwikkeling van de pensioenregelingen voor flexibele en mobiele werknemers.
Hun huidige pensioenen passen onvoldoende bij de flexibele en mobiele arbeidsmarkt. Vandaag presenteren de werkgevers het onderzoek 'Flexibel omgaan met pensioen', uitgevoerd door De Argumentenfabriek. Het is een inventarisatie van argumenten voor en tegen alternatieven voor vermogensopbouw door werknemers in de betreffende branches. De werkgevers willen met deze studie een aanzet geven voor alternatieve pensioenregelingen. Het draagt bovendien bij aan de brede maatschappelijke discussie over de toekomst van pensioenen in Nederland.Hoge arbeidsmobiliteit
Een adequaat pensioen opbouwen tegen beheersbare uitvoeringskosten wordt bij een hoge arbeidsmobiliteit binnen en tussen branches (zoals horeca, uitzendsector, schoonmaak en detailhandel) steeds lastiger. De vier sectoren worden gekenmerkt door een hoge mate van arbeidsmarktdynamiek en tellen ruim twee miljoen werkenden: veel werknemers met korte, kleine contracten, veel wisselingen daartussen en met een beperkt inkomen. De pensioenfondsen in deze sectoren tellen 3,4 miljoen deelnemers van wie driekwart(!) geen pensioen meer opbouwt ('slapers'). Deelnemers die het pensioen in één keer laten uitkeren, betalen daarover veel belasting. De opgebouwde pensioenen zijn dus relatief laag, waardoor de uitvoeringskosten relatief hoog zijn.
Keuzes en argumenten
Werkgevers uit de betrokken sectoren hebben de handen ineengeslagen en onderzoek laten doen naar voor- en nadelen van de alternatieven voor deze groeiende groep werknemers. Om gedurende hun levensloop kapitaal op te bouwen voor pensioen of andere doeleinden. Tijdens meerdere denksessies met vertegenwoordigers uit de sectoren, pensioenexperts en werknemers, zijn hoofdkeuzes gemaakt en de argumenten voor en tegen op een rij gezet. Keuzes als: moet u mensen dwingen pensioen op te bouwen of kunt u ook het loon verhogen? Als u uitgaat van gedwongen vermogensopbouw, moet dat dan individueel of collectief worden geregeld? En is één nationaal fonds dan beter dan de huidige sectorindeling? En als u kiest voor een individuele pot, is er dan een vastgesteld doel of is er keuze voor een alternatief doel (zoals hypotheek of opleiding)?
Bij alle hoofdkeuzes hebben de betrokkenen uit de sectoren argumenten geformuleerd die door De Argumentenfabriek overzichtelijk zijn gerangschikt op Argumentenkaarten.
Maatschappelijke discussie
De Argumentenfabriek trekt geen conclusies, maar brengt de keuzemogelijkheden in kaart en beargumenteert deze. De objectieve bundeling van argumenten voor en tegen is een goede basis om verder te praten met eigen achterbannen, besturen van pensioenfondsen en vakbonden. Daarnaast kan de positie van de groep flexibele werknemers met de Argumentenkaarten ook worden meegenomen in de landelijke discussie over pensioenherzieningen. Doorsturen | Reageer | Nieuwsbrief