Nieuws
Bedrijfsleven moet handen meer uit de mouwen steken bij (natuur)rampen
26 mei 2015 - Waar wordt als eerste om gevraagd in het geval er ergens in de wereld een ramp plaatsvindt? Precies, om geld. Natuurlijk zijn initiatieven als Giro 555 en Serious Request zeer belangrijk in de hulpverlening aan noodbehoeftigen.
Maar vaker nog missen de mensen in het getroffen gebied de directe ‘handjes’ en de middelen voor wederopbouw. Marcel Spijkers, Algemeen Directeur bij Schneider Electric Nederland, roept het bedrijfsleven op doortastender te handelen. Hiermee doelt hij dus niet op extra financiële hulp, maar op het leveren van bijvoorbeeld goede technologie en materialen, het sturen van teams naar het rampgebied en het opzetten van wederopbouwprojecten."Nederland staat bekend als gulle gever ter ondersteuning van slachtoffers van natuurrampen. Zowel door individuen als door bedrijven. Daar is de recente aardbeving in Nepal een goed voorbeeld van. Maar meer dan het overmaken van grote sommen geld doen we in veel gevallen niet. Terwijl de mogelijkheden er wel zijn."
Zonne-energieopwekking
Spijkers laat weten dat we er nog steeds teveel van uitgaan dat financiële steun alle problemen wel oplost. "Terwijl het verstandiger is om per geval te bepalen waar echt behoefte aan is. Vaak bestaan voor deze eerste behoeftes technologieën en slimme oplossingen die de problemen vanaf de wortel aanpakken."
De beschikbaarheid van schoon drinkwater en toegang tot elektriciteit zijn volgens hem essentiële eerste levensbehoeftes. "Via het leveren van zonne-energietechnologie kunnen bedrijven al in die gewenste hulp voorzien. Hierdoor is er veilige elektriciteit voorhanden om met machines, apparaten en gereedschap aan de slag te gaan. Ook waterpompen en verlichting worden zo in een snel tempo weer in werking gesteld."
Samenwerken
Een volgende stap is het aangaan van strategische samenwerkingen met NGO’s en het inzetten van teams in het rampgebied. Vooralsnog ligt die verantwoordelijkheid bij de plaatselijke overheid en bevolking. "Deze mensen zijn misschien hun huis kwijt en hebben zelfs familie of vrienden verloren. Je kunt van hen niet verwachten meteen met de beste oplossing te komen. De overheid is bovendien vaak druk met het beheersen van de chaos, het voorkomen van muiterijen, enzovoorts. Buitenstaanders hebben dan een realistischer beeld van wat er moet gebeuren. Emotie speelt daarnaast een minder grote rol. Het bedrijfsleven is naar mijn mening de beste externe partij voor het bieden van hulp in deze vorm en het uit handen nemen van deze taak bij de slachtoffers. Kijk naar de omgeving en de situatie en bepaal wat er nodig is. Bij overstromingen, of zelfs al bij de dreiging van overstromingen, is het verstandig op zoek te gaan naar ervaren partijen op dat vlak. Nederland is een waterland. We hebben hier een scala aan specialisten en professionals in watermanagement of in het bouwen van dijken. Het bedrijfsleven zou tijdens rampen sterk bijdragen aan het bieden van acute hulp. Juist door het beschikbaar stellen van expertiseteams."
Wederopbouw en educatie
Tot slot hoopt Spijkers dat er meer initiatieven komen om de mensen daar met andere (dan financiële) middelen bij te staan. Zodat slachtoffers en andere betrokken de hulp krijgen die daadwerkelijk nodig is voor het bouwen aan een nieuwe toekomst. "Met geld an sich is geen wederopbouw mogelijk. Het is nodig om materialen te kopen, maar van euro’s zelf bouwt niemand een nieuwe waterpomp. In veel gevallen weten we als gulle gevers niet eens waar onze donaties terechtkomen of aan wordt uitgegeven. Ik pleit daarom voor het invoeren van vrijwilligersprogramma’s binnen bedrijven. Medewerkers kunnen dan zelf kiezen of zij een financiële bijdrage geven of tijd en kennis willen delen op de plek van de ramp. Dit verbetert en versnelt het opzetten van projecten voor restauratie, het herstellen van overheidsinstellingen en het ontwikkelen van trainingen of lesprogramma’s voor de plaatselijke bevolking." Doorsturen | Reageer | Nieuwsbrief