Aandeel duurzame energie in Nederland loopt achter op schema

10 december 2015 - In het gesloten Europese energieakkoord is vastgelegd dat Nederland tot doel heeft om in 2050 energie volledig duurzaam op te wekken. Om tot deze 100 procent groene energieopwekking te komen zijn er een aantal tussentijdse doelen opgesteld.

Zo zou in 2020 veertien procent van alle energie in Nederland duurzaam moeten worden opgewekt en in 2023 zetien procent. Naast het verduurzamen van de energieopwekking is een belangrijk onderdeel van het energieakkoord ook het terugdringen van de CO-2 emissies met minimaal 80 procent. Andere aspecten van de overeenkomst welke in september 2013 is aangepast zijn:

• Collectieve opwekking duurzame energie wordt beloond met lager belastingtarief
• Investering van 400 miljoen van de overheid in isolatie voor huurwoningen
• Investering in groene energie en energiebesparing leidt tot meer werkgelegenheid: 15.000 arbeidsplekken
• 1.000 extra windmolens
• Huizenbezitters kunnen voordelig geld lenen voor energiebesparende maatregelen

Doel duurzaamheidaandeel energie van 2020 waarschijnlijk niet meer haalbaar
"Nederland loopt echter behoorlijk achter op schema. Op dit moment wordt nog geen zes procent van alle energie duurzaam opgewekt". Dat geeft Anouk wijsman, persvoorlichter van Goedkoopste Energieleverancier aan. "Het is niet meer reëel om te veronderstellen dat Nederland het gestelde doel van veertien procent in 2020 gaat halen, maar zestien procent in 2023 wordt nog voor reëel geacht. Kijken we naar het aan groene stroom ten opzichte van de totale elektriciteitsopwekking dan komen we net boven de tien procent uit (10,1 procent). Als huishoudens zelf mee willen helpen, dan kan er gekeken worden naar de energiebespaartips op onze website. Dit geldt ook voor bedrijven en (non-profit) instellingen." Voor een overzicht van subsidies kunnen bedrijven terecht op de website van de RVO.

Nederland behoort ook in Europees verband tot de achterhoede
Alleen Matla (1,6 procent), Luxembur (5,3 procent), Hongarije (6,6 procent) en Malta (6,6 procent) hebben een lager aandeel groene stroom van de totale elektriciteitsopwekking dan Nederland. Absolute koplopers zijn Oostenrijk (68,1 procent), Zweden (61,8 procent), gevolg door Portugal (49,2 procent) en Letland (48,8 procent). Zon, wind, water en aardwarmte zijn daarbij de belangrijkste energiebronnen.

Doorsturen  |  Reageer  |  Nieuwsbrief