Nieuws
Duurzame ondernemer hekelt duurzaamheidbeleid kabinet
9 februari 2011 - Het kabinet straalt geen duurzame ambitie uit, schept geen consistent investeringsklimaat voor groene energieproductie en steekt te weinig geld in stimulering van duurzaam ondernemerschap.
Dat zijn de belangrijkste conclusies uit de jongste Duurzaamheidbarometer van PwC. Slechts dertien procent van de 213 ondervraagde Nederlandse beleidsmakers (directeuren, managers en beleidsverantwoordelijken) vindt dat het regeerakkoord duurzame ambitie uitstraalt. Het regeringsbeleid leidt daardoor de komende jaren niet tot meer duurzaam ondernemerschap, zo vrezen zij. Het belangrijkste effect van het beleid is dat Nederland haar positie in het internationale milieudebat verliest, zo menen de beleidsmakers.Kritiek op overheid
De ondervraagden zijn uitermate kritisch op het duurzaamheidbeleid van het kabinet. Zo is volgens 91 procent een consistent investeringsklimaat essentieel voor verduurzaming van de energieproductie. Slechts zestien procent meent echter dat het kabinet daadwerkelijk een consistent investeringsklimaat schept. Ondernemers weten daardoor niet waar ze aan toe zijn. Daarnaast vindt ruim twee derde dat het regeerakkoord onvoldoende duidelijk maakt wat het onder een green deal verstaat en is twee derde niet blij dat het kabinet het mes in de regeling voor duurzaam beleggen steekt. Slechts achttien procent gelooft dat het regeringsbeleid de komende vier jaar leidt tot meer duurzaam ondernemerschap.
Duurzame energie
Volgens Klaas van den Berg, Sustainability leader bij PwC, geeft de barometer een beeld dat het stimuleren van duurzame energie van de regeringsagenda af is. "Er is weinig vertrouwen dat er veel van het duurzaamheidbeleid terechtkomt. Helemaal nu het huidige kabinet de doelstelling voor duurzame energie naar beneden heeft bijgesteld en als streefcijfer de bindende Europese doelstelling van veertien procent hanteert. In dat licht is het niet vreemd dat beleidsmakers in het bedrijfsleven vrezen dat Nederland haar positie in het internationale milieudebat aan het verliezen is." Respondenten noemen dit laatste het belangrijkste effect van het regeringsbeleid.
Nieuw regeling
Overigens vindt bijna de helft van de ondervraagden het terecht dat de huidige regeling voor duurzame energie op de schop gaat. De opvolger van de huidige SDE-regeling voor duurzame energiesubsidiëring, de zogenaamde SDE+ regeling, kan op instemming van een kleine meerderheid (57 procent) van de ondervraagden rekenen. De subsidieregeling duurzame energieproductie (SDE+) stimuleert de productie van duurzame energie die relatief goedkoop is op te wekken. SDE+ wordt deels betaald uit een opslag op de energierekening van burgers en bedrijven. Driekwart vindt het terecht dat afnemers van grijze energie via zo'n opslag mee gaan betalen aan stimulering voor duurzame energieproductie.
Vereenvoudiging aanbestedingsprocedures
Een ruime meerderheid (84 procent) pleit voor vereenvoudiging van aanbestedingsprocedures rondom duurzame projecten. Een meerderheid vindt daarnaast dat het kabinet moet inzetten op het versterken van lokale energiebedrijven. Uit recent onderzoek blijkt dat steeds meer gemeenten, particulieren en verenigingen nadenken over het oprichten van een eigen lokale energiebedrijf. Daarmee willen ze inspelen op de behoefte aan duurzame energie.
Duurzaam ondernemen en beloning
Bij slechts zestien procent van de ondervraagde ondernemingen hangt de variabele beloning samen met duurzaamheidcriteria. Deze beloningen zijn vooral afhankelijk van klanttevredenheid, medewerkertevredenheid en energiebesparing of CO2-reductie. Klaas van den Berg: "Duurzaamheiddoelstellingen hebben nog maar mondjesmaat invloed op de variabele beloning. Wil duurzaamheid verankerd worden in de bedrijfsstrategie dan hebben bedrijven op dit punt nog een flinke stap te maken."
Invloed economie
De barometer meet ook halfjaarlijks de impact van de economie op duurzaamheidinitiatieven van bedrijven. De grootste groep bedrijven (57 procent) heeft geen plannen om lopende initiatieven en investeringen op het gebied van duurzaamheid te wijzigen als gevolg van de huidige stand van de economie. De belangrijkste redenen zijn dat duurzaamheid een integraal onderdeel van hun bedrijfsbeleid vormt en onderdeel is van een lange termijn strategie. Van de onderzochte bedrijven ziet meer dan een derde in de huidige stand van de economie aanleiding om zich meer toe te leggen op duurzaam ondernemen. Dat is een fors hoger percentage dan de 21 procent van de vorige meting. Deze groep geeft in meerderheid aan dat klanten dit in deze tijd in toenemende mate verwachten, dat het juist nu concurrentievoordeel oplevert, en dat het zich op middellange termijn zal uitbetalen. Ook kostenbesparing vormt een belangrijke reden. Deze groep ziet in dat duurzame projecten een onderscheidend vermogen en economische waarde hebben. "Het bedrijfsleven lijkt langzaam de rol van de overheid over te nemen als aanjager van een duurzame economie. De volgende barometer zou moeten bevestigen dat er daadwerkelijk een grotere investeringsbereidheid begint te ontstaan in het bedrijfsleven," aldus Klaas van den Berg. Doorsturen | Reageer | Nieuwsbrief