Nederland bovenaan lijst e-commerce

3 juni 2016 - De markt van de online verkoop wordt momenteel aangevoerd door zeer kleine ondernemingen uit de dienstensector, die gaandeweg meer concurrentie krijgen van bedrijven uit de industriële sector. Dat stelde Kompass Benelux vast na de publicatie van een recent onderzoek waarin Nederland bovenaan de lijst van internetverkoop eindigt.

Het onderzoek vergelijkt het aantal webwinkels met het aantal bedrijven in de landen Frankrijk, Bekgië en Nederland.
Volgens de bevindingen van Kompass Benelux zijn er 142.802 webwinkels in Frankrijk tegenover 100.128 in Nederland. Het is geen verrassing dat Frankrijk, met een grotere economie en bevolking,  boven Nederland eindigt.
Gekeken naar de verhouding tussen het aantal webwinkels en het aantal actieve bedrijven, dan presteert het noorden beter dan het zuiden: in Nederland is er een webwinkel per acht actieve bedrijven, in België eentje per 22. Met een webwinkel per 25 bedrijven blijft Frankrijk achter. Deze cijfers lijken te suggereren dat Nederland het meest dynamische land naast haar buren is.

Kleine organisaties 
Tweede vaststelling: E-commerce trekt meer kleine of zelfs zeer kleine organisaties aan. Die hebben ook de grootste dynamiek. Organisaties met nul tot vijf werknemers realiseren op zich al 91 procent van de totale omzet van de Nederlandse internetverkoop.
Maarten Kuiper, Managing Sales partner van Kompass Benelux, ziet daarin het duidelijke bewijs dat dit kanaal in volle bloei is. "Webwinkels zijn niet langer voorbehouden voor enkele grote merken want ze werden al snel ook voor andere bedrijven een haalbare kaart. Voor veel zelfstandigen of managers van zeer kleine ondernemingen is een webwinkel de efficiëntste en snelste manier om een zaak echt van de grond te laten komen. Dankzij de ie-commerce worden dan ook veel banen gecreëerd."

Dienstensector
De dienstensector van alle regio’s in Nederland samen vertegenwoordigt 58 procent van de omzet die via webwinkels wordt gerealiseerd, de industriële sector is met een inhaalbeweging bezig: momenteel 38 procent, maar dat wordt ongetwijfeld meer, de agrarische sector vertegenwoordigt vier procent hetgeen enorm is.. "De tijd waarin een website nog louter fungeerde als visitekaartje, is voorgoed voorbij," merkt Maarten Kuiper tevreden op. "E-commerce is vandaag prioriteit. Toegankelijkheid is de grote troef van webwinkels. Het kost minder om een webwinkel op te starten dan om een verkooppunt in te richten en te openen. Steeds meer handelaars verschuiven hun aandacht van het materiële naar het immateriële omwille van de kosten gerelateerd aan lonen en bedrijfsruimten, om nog te zwijgen van de voorraadkosten. De technologie maakt het nu immers mogelijk om wereldwijd handel te drijven zonder voorraden en met een productie op vraag."

Verschillende winkelkanalen
Het gaat om een algemene trend. Het bewijs: een heleboel bekende merken ondergaan een transformatie om zich te ontwikkelen tot webwinkels en zich open te stellen voor extra commerciële kansen dankzij een winkeltraject via steeds meer verschillende kanalen en de versmelting van online en offline activiteiten. Er ontstaat een trend: dankzij e-commerce kan een koper natuurlijk een product zoeken via een digitaal medium, beslissen of hij dat via een vaste computer of laptop zal kopen in de winkel of online, het thuis laten leveren of zelf afhalen in een winkel in zijn buurt, gebruik maken van een aftersales vestiging in zijn buurt of het product gaan afhalen in een afhaalpunt, in een verkooppunt of bij een particulier. E-commerce wordt een koopervaring die een volwaardig onderdeel wordt van het echte leven.
"Het aantal webwinkels vormt in een context van toenemende concurrentie een nieuwe indicatie van de economische dynamiek," concludeert Kuiper. "Het weerspiegelt het gedrag van onze bedrijven en organisaties tijdens hun digitale transformatie, maar het toont ook hoe het gesteld is met het ondernemerschap in ons land."

Doorsturen  |  Reageer  |  Nieuwsbrief