Nieuws
Loondoorbetaling bij ziekte: wordt het MKB het kind van de rekening?
28 december 2017 - Het regeerakkoord van Rutte III lijkt lief voor het MKB. Een kortere loondoorbetalingsplicht bij ziekte (van twee naar één jaar), vervolgens een UWV die de re-integratiebegeleiding overneemt.
Maar uit onderzoek van HR Navigator blijkt dat arbodienstverleners grote negatieve gevolgen voorspellen: werkgevers zullen minder inzetten op reïntegratie, het verzuim en de WIA-instroom gaan onherroepelijk stijgen en de totale kosten voor de BV Nederland nemen significant toe. Verder dan een schamele 3,88 komt het rapportcijfer voor de plannen niet. Vanwaar deze sombere voorspellingen?HR Navigator heeft dit onderzoek uitgezet onder meer dan 100 arbo- en verzuimdienstverleners. Met een respons van iets meer dan 40 dienstverleners, die samen de verzuimbegeleiding van ongeveer twee miljoen werkenden verzorgen, is een zeer representatief beeld ontstaan van hoe de professionals denken over deze maatregelen.
Minder verzuimbegeleiding en interventies in tweede jaar
Welke gevolgen voorspellen arbodienstverleners voor verzuim en WIA, voor hun eigen inzet en over de rol van het UWV?
In het eerste jaar zien de respondenten hun verzuimbegeleiding hetzelfde blijven, maar in het tweede jaar verwacht 76 procent minder of geen verzuimbegeleiding meer te gaan geven.
Wat betreft interventies: daarvan verwacht 70 procent van de dienstverleners minder te leveren in het tweede jaar.
Gemiddelde werkgever draait op voor hogere kosten
Op zich zijn dit logische verwachtingen, omdat het UWV het stuur overneemt in het tweede jaar. Hét grote risico is natuurlijk dat werkgevers al in dat eerste jaar minder gaan investeren in herstel en re-integratie. Zij tillen deze kosten over naar het tweede jaar, zodat de UWV daar verantwoordelijk voor is. Hun individuele risico wordt daarmee veel kleiner. Het is een duidelijke politieke keuze om de hogere rekening die zo ontstaat, vervolgens collectief te laten betalen door alle werkgevers. De gemiddelde werkgever lijdt dus straks onder de pech-hebbende en slechte werkgevers.
Verzuim dalend of gelijk?
Hoe gaan de verzuimcijfers door dit plan veranderen? Hier lopen de redeneringen uiteen. Van de arbodiensten voorspelt 31 procent dat het verzuim in het eerste jaar zal dalen. Zij denken dat de werkgever zal kiezen voor een snelle re-integratie om zo te voorkomen dat de verzuimende medewerker bij het UWV terecht komt.
Een ander deel (wederom 31 procent) denkt dat het verzuim gelijk blijft. Zij stellen dat er geen reden is waarom de werkgever in het eerste jaar minder actief is tijdens de re-integratie.
Verzuim stijgt: uit het oog, uit het hart
Echter, het grootste deel (38 procent) van de arbodiensten geeft aan dat het verzuim in het eerste jaar zal stijgen. Het belang van de werkgever neemt immers af aangezien hij er maar één jaar verantwoordelijk voor is.
Een flinke meerderheid van 63 procent verwacht dan ook dat de aandacht voor verzuimen bij kleine werkgevers zal afnemen. Zodra zij hun verzuimende medewerkers niet meer zien, zullen zij daar minder aandacht aan besteden. Boud gezegd: uit het oog, uit het hart.
Liever zachte hand van het UWV
Zeker bij verzuim vlak voor het tweede jaar zal hij niet alles op alles zetten om het tweede jaar te voorkomen. Dan is het namelijk de verantwoordelijkheid van het UWV.
Ook vanuit het perspectief van de werknemer bekeken is een stijging aannemelijk, vinden zij. Deze zal eerder kiezen voor de ‘zachte hand’ van het UWV dan de werkgever die allerlei belangen heeft.
UWV niet succesvol in re-integratie
Over het verzuim in het tweede jaar zijn de arbodiensten het wel met elkaar eens. 94 procent van de arbodiensten geeft aan dat het verzuim in het tweede jaar gaat stijgen als het UWV verantwoordelijk wordt voor de re-integratie.
Arbodienstverleners verwachten namelijk dat het UWV veel minder succesvol zal zijn dan werkgevers tijdens de re-integratie. Dat komt door ervaringen uit het verleden en het feit dat het UWV veel minder betrokken is bij de re-integratie: zij hebben namelijk geen werk te bieden aan de zieke werknemers.
Werkgevers hebben dat natuurlijk wel. Bovendien hebben zij er meer baat bij als de werknemer weer snel aan het werk gaat. Het UWV kent deze financiële prikkel niet.
Forse stijging WIA-instroom
En dan de WIA-instroom. Het kabinet wil de periode waarvan de individuele werkgever de kosten van zijn WIA-instroom wordt toegerekend inkorten: van nu tien naar straks vijf jaar. Wat verwachten de dienstverleners qua gevolgen hiervan voor de re-integratie en de participatie van bijvoorbeeld verzekeraars?
De antwoorden zijn diffuus: 44 procent verwacht dat er significant minder zal worden geïnvesteerd, 56 procent stelt dat er hier niks zal veranderen. Over de WIA-instroom bestaat echter grote consensus: maar liefst 81 procent van de arbodiensten geeft aan dat die zal stijgen.
Juridisch argument geldt niet
De negentien procent aanbieders die aangeven dat de instroom gelijk zal blijven, gebruiken hiervoor met name het juridische argument dat de WIA-toetsingscriteria gelijk blijven. Het groot gedeelte van de aanbieders is het hier dus niet mee eens.
Zij hebben er namelijk allerminst vertrouwen dat het UWV de verantwoordelijkheid kan nemen voor de re-integratie, om redenen die hierboven zijn genoemd. En als iemand in de praktijk minder aan de slag is, dan leidt dat - ondanks gelijkblijvende WIA-toetsingscriteria - vanzelf tot een stijging van de WIA-instroom.
Dikke onvoldoende
Welk algemeen rapportcijfer wilden de arbodiensten aan de kabinetsplannen toekennen? De score bleef steken op een zeer magere 3,88. Geen beste, maar overduidelijke boodschap aan het kabinet: als u het MKB echt verder wilt helpen, en verzuim en re-integratie serieus wilt aanpakken, mogen uw experts eerst terug naar de tekentafel!
Doorsturen | Reageer | Nieuwsbrief