Asociaal rijgedrag door bestuurders bedrijfswagens – en wat eraan te doen

1 augustus 2018 - Er rijden inmiddels 883.000 bedrijfswagens op de Nederlandse snelwegen. Een behoorlijk aantal. En dus nogal verontrustend, dat nu uit onderzoek van Verizon Connect blijkt dat de chauffeurs van deze voertuigen zich niet altijd netjes aan de verkeersregels houden…

Zo rijden bestuurders van bestelbusjes nogal eens te hard. Meer dan de helft van de ondervraagden (55,8 procent) overkomt dit regelmatig buiten de bebouwde kom; binnen de bebouwde kom ligt dit met ‘slechts’ twee derde (37,3 procent) gelukkig iets lager. De reden voor te hard rijden? Die is er vaak niet. Bestuurders hebben het simpelweg niet in de gaten (44,1 procent) of passen zich aan aan het overige verkeer (42,2 procent).

Asociaal rijgedrag
Naast te hard rijden, maken bestuurders van bedrijfswagens zich regelmatig schuldig aan asociaal rijgedag. Denk aan snel optrekken bij stoplichten (40,8 procent) – acht procentpunten méér dan in 2017 – of de telefoon niet handsfree gebruiken tijdens het rijden (28 procent). Een derde van de bestuurders (33,3 procent) is ook daadwerkelijk weleens bekeurd vanwege zijn rij- of parkeergedrag.

Veilig rijgedrag is goud waard
Maar werkgevers kunnen méér doen om veilig rijgedrag van medewerkers te stimuleren. Bijvoorbeeld door ‘goed’ rijgedrag te belonen. Daarvoor moeten ze wel weten hoe bestuurders rijden en is er dus inzicht nodig in rijgedrag. Een hulpmiddel als een voertuigvolgsysteem kan hierbij helpen. Vooralsnog gebruiken werkgevers zo’n systeem alleen voor het registreren van het aantal gereden kilometers (42,4 procent) of om de verbruikte brandstof bij te houden (25,6 procent). Ook de gereden routes zijn via een GPS-tracker te volgen (30,4 procent van de werkgevers doet dat momenteel). Maar hoewel een voertuigvolgsysteem gegevens als rijgedrag of brandstofverbruik automatisch kan bijhouden en werkgevers compleet inzicht geeft in het rijgedrag van hun werknemers, controleert een derde van de werkgevers (32,2 procent) dit niet.

Hoe werknemers tegenover die maatregelen staan
Zouden werknemers het erg vinden als hun baas hun rijgedrag of brandstofverbruik zou monitoren? Het merendeel niet: nog geen drie procent staat hier negatief tegenover. Sterker nog: twee derde (66,7 procent) zou het prima vinden als zijn werkgever zou controleren op rijgedrag. Omdat ze zelf ook graag willen weten of ze veilig rijden, bijvoorbeeld (61,4 procent). Of omdat ze het een fijne gedachte vinden dat onverantwoord rijdende collega’s aangesproken kunnen worden op hun rijgedrag (49 procent). Maar ook om aan te kunnen tonen wanneer er sprake is van een onrealistische planning (33,2 procent).

Rijgedrag is geen wedstrijd – of toch wel?
Als gevolg van inzicht in rijgedrag dankzij een voertuigvolgsysteem, kan er competitie ontstaan om wie er de zuinigste of meest veilige rijstijl op nahoudt. Voor drie op de tien (30,9 procent) klinkt dit als muziek in de oren. Voor fleetmanagers met een competitief team kan het dus interessant zijn om eens te peilen of bestuurders hiervoor te porren zouden zijn. Met als beloning voor de ‘slechtst’ rijdende chauffeur een rijvaardigheidstraining – iets dat door bijna de helft van de werknemers (45,2 procent) positief zou worden ontvangen.
 

Doorsturen  |  2  |  Nieuwsbrief