Ondernemers kunnen financieel voordeel halen uit investeringsregelingen en beleggingen

18 oktober 2018 - Vandaag de dag kunnen ondernemers nog steeds heel wat financiële voordelen halen uit hun investeringen en beleggingen. Belangrijk is echter wel dat ze rekening houden met de diverse bestaande investeringsregelingen.

Natuurlijk moeten ze dan wel de verschillende regelingen kennen en ook nog eens een en ander weten van beleggingsfondsen. In de praktijk loopt het hier vaak mis, waardoor ondernemers maar beter een agentschap inschakelen. Gerard van Leuven, blogger met een achtergrond in Fiscaal Recht, plaatst die regelingen nog even op een rijtje en schuwt de kritische voetnoten niet.

Verschillende financiële voordelen mogelijk…
"In de eerste plaats zijn er de verschillende regelingen met betrekking tot de investeringsaftrek. Hierbij verlaagt men de fiscale winst. Het gaat onder andere om de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, de milieu-investeringsaftrek en de energie-investeringsaftrek," steekt hij van wal. Hij verduidelijkt eveneens een en ander: "Bij de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek moet het gaan om investeringen in bedrijfsmiddelen. In het geval van de milieu-investeringsaftrek zal het vervolgens moeten gaan om investeringen met milieueffecten, terwijl het bij een energie-investeringsaftrek dan weer gaat over investeringen in duurzame energie en in energiebesparende bedrijfsmiddelen."

Maar niet altijd even eenvoudig…
Natuurlijk is dat allemaal fiscaal heel interessant, maar anderzijds is het ook niet geheel vrijblijvend. Zo haalt ook Van Leuven aan: "De verschillende investeringsaftrekken zijn aan strenge voorwaarden onderworpen. Om in 2018 in aanmerking te komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek moet de ondernemer bijvoorbeeld minimaal 2.301 euro uitgegeven hebben. Soms kan het dus de moeite lonen om een investering vroeger te doen, opdat de ondernemer tot meer dan een vierde van het bedrag boven die grens fiscaal in mindering kan brengen."
Van Leuven is duidelijk streng ten aanzien van de complexiteit die er vandaag heerst. Ook het bestaan van verschillende regelingen naast elkaar, speelt volgens hem een belemmerende rol. "Zo is er bijvoorbeeld de milieu-investeringsaftrek enerzijds en de VAMIL-regeling, waarbij we sneller kunnen afschrijven, anderzijds. Hiervoor gelden eigen criteria. Zij bestaan ook nog eens naast de energie-investeringsaftrek waar opnieuw andere regels voor gelden. Hiernaast is het toepassen van de energie-investeringsaftrek in combinatie met de milieu-investeringsaftrek slechts onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Ondernemers moeten dus zelf uitzoeken wat voor hen het meest interessantst is. Maar voor velen is daar meer dan één woord Chinees bij," haalt hij aan. "Gooi daar ook nog eens het cumulatieverbod met de Investeringssubsidie duurzame energie bovenop en een groot aantal ondernemers kan er al helemaal geen touw meer aan vastknopen," gaat hij kritisch verder. "Natuurlijk zijn er ook beleggingsfondsen," haalt hij ook zelf moedgevend aan. Toch hoeft men daar volgens hem niet al te veel belang aan te hechten: "Niet alle beleggingsfondsen zijn veilig. Ook hier zullen ondernemers extra research moeten doen. Vaak beschikken ze echter ook hier niet over de nodige kennis om veilige en onveilige varianten van elkaar te onderscheiden."

Hulp dringt zich op
Volgens Van Leuven zijn het alleen de ondernemers die de tijd en de expertise hebben om zich met beleggingsfondsen en investeringsregelingen bezig te houden, die er ook de vruchten van plukken. "Vaak zijn dat de grotere spelers, terwijl het net de kleinere ondernemingen zijn die zo’n regelingen het hardst nodig hebben," vat hij het samen. "Ondernemers zonder een eigen boekhouddienst doen daarom maar beter een beroep op ervaren boekhouders, gespecialiseerde investeerders en bedreven agentschappen." 
 

Doorsturen  |  2  |  Nieuwsbrief