Gerechtsdeurwaarders nauwelijks bestraft bij wetsovertredingen

13 augustus 2019 - De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders (KvG) straft gerechtsdeurwaarders nauwelijks als die de wet overtreden en daarmee gedupeerde schuldenaren (verder) in de financiële problemen brengen. Dit blijkt uit een onderzoek van Vereniging Sociaal Verhaal, waarin alle tuchtrechtzaken van 2018 onder de loep zijn genomen.

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat klachten van schuldenaren die te maken krijgen met gerechtsdeurwaarders die zich niet aan de wet houden, nauwelijks serieus worden genomen. In maar liefst 90 procent van deze zaken waarbij de KvG tot het opleggen van een straf overgaat, betreft dit namelijk slechts een symbolische straf, zoals geen maatregelen, een waarschuwing of een berisping.  
Uit een groot deel van de gegronde klachten van gedupeerde schuldenaren blijkt dat belangrijke zaken, zoals het hanteren van de juiste beslagvrije voet, beslaglegging op inkomen of goederen of het terugbetalen van te veel geïnde bedragen regelmatig misgaan. Voor schuldenaren levert dit vaak grote financiële en persoonlijke problemen op.

Strafmaat
Zware straffen, zoals schorsing en ontzetting uit het ambt, blijken alleen te worden opgelegd bij gegronde klachten die zijn ingediend door het Bureau Financieel Toezicht (BFT), de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG) of een andere deurwaarder. 
Volgens Vereniging Sociaal Verhaal spelen achterliggende belangen van de beroepsvereniging of het financiële risico dat de staat loopt mogelijk een rol bij het kiezen van de strafmaat. Volgens de vereniging lijkt het erop dat deze achterliggende belangen zwaarder wegen voor de tuchtrechter dan de belangen van de individuele schuldenaar. 
 

Doorsturen  |  Reageer  |  Nieuwsbrief