Grote gemeentelijke verschillen bij financiële steun voor school-laptop

15 augustus 2019 - Op gemeentelijk niveau bestaan er grote verschillen in de aard en hoogte van laptop-regelingen, waarmee gezinnen met een laag inkomen en schoolgaande kinderen, tegemoet worden gekomen. Dit verschil loopt op tot honderden euro’s.

Dit blijkt uit onderzoek van BCC, dat de laptop-regelingen van alle 355 Nederlandse gemeenten onderzocht.
 
Tegemoetkoming sterk afhankelijk van woonplaats
Gezinnen met een laag inkomen kunnen in Nederland vrijwel altijd gebruik maken van een laptop-regeling. Hiermee ontvangen zij een tegemoetkoming voor de aanschaf van een laptop voor schoolgaande kinderen. 99 procent van de onderzochte gemeenten biedt zo’n regeling. Enkel in Brummen (Gelderland) en Den Helder (Noord-Holland) is er geen computerregeling.
 In gemeenten waar wel sprake is van een regeling, wordt in veel gevallen een maximumbedrag genoemd. Deze maximale tegemoetkoming bedraagt gemiddeld € 401.
Wel zijn er grote verschillen tussen de gemeenten onderling. Zo hanteert Zutphen (Gelderland) een tegemoetkoming van € 100, terwijl een laptop in Wijk bij Duurstede (Utrecht) maar liefst negen maal zoveel mag kosten.
Volgens Barry Gordijn, Category Lead Multimedia bij BCC, mag een ‘basic’ laptop voor school nieuw zo’n 450 euro kosten. ‘’Uiteraard hangt de definitie van een basic laptop sterk af van de opleiding en gebruiksdoeleinden, maar een studie waarbij tekst- en informatieverwerking tot de meest voorkomende activiteiten behoort, zou prima te doen moeten zijn met een laptop in de prijscategorie van 400 euro tot 500 euro.’’
 
Tegemoetkoming lager in grote stad en gemeenten met laag besteedbaar inkomen
Opvallend is het gegeven dat gezinnen die in een grotere gemeente wonen, gemiddeld een lagere tegemoetkoming kunnen aanvragen. Gemeenten met meer dan 75.000 inwoners bieden gemiddeld een maximale tegemoetkoming van € 370. In gemeenten met minder dan 75.000 inwoners is dit gemiddelde bijna tien procent hoger; namelijk € 408.
Ook zijn er duidelijke verschillen tussen gebieden waar het gemiddelde besteedbare inkomen relatief hoog, of juist relatief laag is. In gemeenten met een relatief hoog besteedbaar inkomen is de tegemoetkoming gemiddeld 20,1 procent hoger dan in de gemeenten met de laagste besteedbare inkomens.
 
 

Doorsturen  |  Reageer  |  Nieuwsbrief