Nieuws
Risicocommunicatie nog niet echt ingeburgerd bij BRZO-bedrijven
16 november 2020 - Wisse Kommunikatie heeft de resultaten van een onderzoek naar crisiscommunicatie bij BRZO-bedrijven (Besluit Risico's Zware Ongevallen) in Nederland bekendgemaakt. In het onderzoek werden onder meer vragen gesteld over de verantwoordelijkheid voor risico- en crisiscommunicatie, de doelgroepen, de inhoud van de risico- en crisiscommunicatieplannen en de communicatiekanalen die na een incident ingezet worden. Het onderzoek was grotendeels een herhaling van een vergelijkbaar onderzoek uit 2015.
In dat jaar werd de Seveso III-richtlijn van kracht, die BRZO-bedrijven vraagt transparanter te communiceren over de risico’s en actieplannen in geval van een incident. Uit het onderzoek van dit jaar blijkt dat nog lang niet alle BRZO-bedrijven hun risicocommunicatie op orde hebben.Risicocommunicatie
Dat het fenomeen ‘risicocommunicatie’ voor enige verwarring zorgt, werd duidelijk uit de antwoorden op de vragen over dit onderwerp die dit jaar aan de enquête waren toegevoegd. Veel deelnemers bleken ‘risicocommunicatie’ te verwarren met ‘crisiscommunicatie’ en lieten de vragen over risicocommunicatie geheel of gedeeltelijk open.
Het onderzoek toonde verder aan dat de directie (51,3 procent), een apart crisisteam (33,3 procent) of de afdeling Safety, Health & Environment (12,8 procent) zich met risicocommunicatie bezighoudt. Blijkbaar wordt geen van de BRZO-bedrijven daarbij ondersteund door de eigen communicatie-afdeling of door een extern communicatiebureau. De risicocommunicatie is in de meeste gevallen gericht op de veiligheidsregio (84,6 procent), overheden (71,8 procent) en omwonenden (43,6 procent).
De communicatiekanalen die het meest gebruikt worden voor risicocommunicatie zijn de website, social media, klankbordgroepen, open dagen, e-mails en persoonlijk contact.
Uit een analyse van de websites van 27 ondervraagde bedrijven blijkt dat zestien van de 27 bedrijven niet of onduidelijk vermelden met welke (chemische) stoffen er gewerkt wordt. Ook wordt op veel websites niet aangegeven welke maatregelen het bedrijf neemt om incidenten te voorkomen en hoe omwonenden in geval van een incident moeten handelen. Volgens de Seveso III-richtlijn zou deze informatie echter wel op de website te vinden moeten zijn.
Crisiscommunicatie
Over het concept crisiscommunicatie is er meer duidelijkheid. Van de deelnemende bedrijven heeft 40 procent zelf wel eens in een crisissituatie verkeerd (brand, lekkage van chemicaliën, ontploffingsgevaar of bedrijfsongevallen). In 57,1 procent van de gevallen werd dat incident door de media opgepakt.
In het algemeen is de directie (65,8 procent) of een crisisteam (23,7 procent) verantwoordelijk voor de communicatie tijdens crises. De inhoud van het communicatieplan bestaat vrijwel altijd uit de volgende drie onderdelen: contactenlijst van stakeholders (77,1 procent), actielijst met de te nemen stappen (68,6 procent) en scenario’s met bijbehorend stappenplan (71,4 procent). Opvallend is dat 60 procent van de bedrijven in hun crisiscommunicatieplan wel informatie over de aanwezige stoffen opneemt.
Bij 62,9 procent van de bedrijven wordt het crisiscommunicatieplan regelmatig herzien.
Als voornaamste communicatietools in geval van een crisis worden de website (51,4 procent), social media (34,3 procent) genoemd.
Aan het onderzoek, dat in de maanden juli en augustus werd uitgevoerd, werkten 58 van de ongeveer 350 Nederlandse BRZO-bedrijven mee. 21,6 procent van de deelnemers was werkzaam bij bedrijven met meer dan 200 werknemers, 39,2 procent bij bedrijven met een omvang tussen de 51 en 200 werknemers. Een groot deel van de bedrijven werkt internationaal. 43,1 procent van de ondervraagden geeft aan dat de communicatie in het bedrijf op lokaal niveau c.q. per vestiging georganiseerd is. Bij 27,5 procent is de communicatie op nationaal niveau georganiseerd en bij 15,7 procent van de bedrijven wordt de crisiscommunicatie op internationaal niveau aangestuurd.
Doorsturen | Reageer | Nieuwsbrief