Daling faillissementen zet door in tweede kwartaal

4 juli 2011 - Het aantal faillissementen is in het tweede kwartaal van 2011 met tien procent gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. In de provincies Flevoland, Utrecht gingen echter meer bedrijven over de kop. Dit blijkt uit onderzoek naar faillissementen in het Nederlandse bedrijfsleven door Dun & Bradstreet.

Het totaal aantal ondernemingen dat in het tweede kwartaal van 2011 failliet ging, is 1.562. Dit tien procent minder dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar. In de maand april is een daling zichtbaar van -acht procent. In de maand mei stijgt het aantal faillissementen juist met 38 procent. Jan Willem de Vries, algemeen directeur van Dun & Bradstreet: "De maand mei breekt met de dalende trend. Dit heeft echter vooral te maken met een extra uitspraakdag bij de rechtbanken in mei dit jaar. In juni wordt dit weer gecompenseerd en zien we juist een sterke daling van het aantal faillissementen met -42 procent." Over het hele kwartaal wordt de dalende trend voortgezet. 

Horeca uitzondering
De daling is in alle sectoren zichtbaar, behalve in de horeca. Hier stijgt het aantal faillissementen juist met twaalf procent. De Vries: "We zagen in het eerste kwartaal van 2011 ook al een stijging in deze sector. Aangezien de horeca het traditioneel moet hebben van de zomerperiode, zal in het volgende kwartaal vermoedelijk een daling inzetten." In de bouwsector zet de daling flink door (-25 procent). In de sectoren transport (-vier procent) en handel (-vijf procent) was de daling ten opzichte van Q2 vorig jaar wat minder sterk dan gemiddeld. 

Stijgers en dalers
In de provincies Flevoland (+ 63 procent) en Utrecht (+ dertien procent) was een flinke stijging zichtbaar. In Flevoland steeg het aantal faillissementen ook in het eerste kwartaal al tegen de dalende landelijke trend in. Flevoland is daarmee de enige provincie met meer faillissementen in het eerste half jaar 2011 dan in dezelfde periode vorig jaar. Ook in Utrecht, Noord-Holland en Drenthe was er sprake van een stijging in het tweede kwartaal. In Gelderland (- 34 procent) is de afname het grootst; ook Overijssel (- 30 procent) doet het goed. Hieronder een overzicht van de ontwikkeling per provincie in het tweede kwartaal, ten opzichte van 2010:

1. Flevoland (+63 procent)
2. Utrecht (+13 procent)
3. Noord-Holland (+7 procent)
4. Drenthe (+ 5 procent)
5. Friesland (- 6 procent)
6. Noord-Brabant (- 8 procent)
7. Zuid-Holland (- 12 procent)
8. Limburg (- 13 procent)
9. Zeeland (- 19 procent)
10. Groningen (- 28 procent)
11. Overijssel (- 30 procent)
12. Gelderland (- 34 procent)

Doorsturen  |  Reageer  |  Nieuwsbrief