Weblog
Liever niet van baan veranderen
Door: Danny Bijl,
19 januari 2015
-
De economie trekt aan. Er gloort weer licht aan de horizon. Een meerderheid van de Nederlandse werknemers geeft aan dit ook te merken op de werkvloer en in hun specifieke situatie. Bijna een kwart (22%) zegt de impact van de herstellende economie zeer groot is op hun werksituatie. Zo blijkt uit onderzoek van Randstad.
Helaas is het voorzichtige herstel nog geen reden voor blijdschap. Dit blijkt ook uit het dalend consumentenvertrouwen aan het eind van vorig jaar. Voor veel werkenden heeft het herstel nog niet geleid tot positieve veranderingen op de werkvloer. Zo zijn er nog altijd meer werkenden die functies of vacatures zien verdwijnen dan werkenden die juist een groei van het aantal functies en banen zien ontstaan.
De werkdruk nam de afgelopen jaren toe. Een hogere werkdruk wordt vrijwel direct ervaren, vaak is dit ook echt het geval doordat minder mensen hetzelfde werk moeten doen. Toch veranderen we niet snel van baan. De Nederlander is terughoudend. 59% zou eerder van baan veranderen als men zou worden benaderd en dus niet zelf het initiatief hoeft te nemen. Onder hoog opgeleiden en werkenden met een vast contract geldt dit nog veel sterker (beidegroepen 68%). Men is op zoek naar zekerheid. Een tijdelijke baan wordt als niet gewenst ervaren en 60% geeft expliciet aan dat men vanuit een tijdelijke baan eerder op zoek zou gaan naar een functie met een vaste aanstelling
Bij parttimers of bijbanen wordt er juist meer geswitched, zo bleek uit onderzoek van een online studentenplatform. Randstad Bijbaan bracht bovendien naar buiten dat onder werkenden met een tijdelijk of flexibel contract 32% gevonden te worden via social media; deze groep gedraagt zich waarschijnlijk wat actiever op dearbeidsmarkt om zo hun kansen op een vaste betrekking te vergroten. De Nederlander wil zekerheid en niet geen verandering.
Het aantal werkenden dat in de afgelopen twaalf maanden van werk is veranderd is met 20% toegenomen. Vorig kwartaal gaf 15% aan van baan te zijn veranderd; nu is dit 18%. De groei komt vooral van jongeren; hier is het switchgedrag het grootst (28%).