Weblog
Ga eens wat doen; actie!
Door: Marius van Rijswijk,
23 november 2011
-
De ondernemer staat voor grote uitdagingen, zeker de komende jaren. Hij moet zich, meer dan voorheen, onderscheiden van de rest. Hoe? Het bedrijf beter maken begint bij de basis. In de komende artikelen op mijn weblog zal ik, aan de hand van een aantal thema's, aspecten van goed ondernemerschap behandelen. De verhalen zijn bedoeld om de ondernemer aan het denken te zetten en te prikkelen.
Op een seminar over innovatiekracht in organisaties raakt een directeur van een grote restaurantketen, Charles, in gesprek met een Chief Executive Officer van een middelgroot automatiseerbedrijf, Dirk. Charles zit al ruim 20 jaar ‘in the business’ en Dirk is pas sinds een aantal jaren zelfstandig ondernemer. Charles en Dirk hebben het over de innovatieve kracht en Dirk vraagt aan Charles; ‘Wat is voor jou eigenlijk de reden dat hier bent?’
‘Tja, om eerlijk te zijn verkoop ik al jaren hetzelfde productenpakket. Ik vroeg mij af waarom wij als organisatie niets nieuws kunnen bedenken, innovatieve kracht ontwikkelen. En jij?' ‘Ach, wij zijn eigenlijk als organisatie continue in ontwikkeling en op zoek naar nieuwe kansen en ideeën’; antwoordde Dirk.
Charles vraagt daarop nieuwsgierig; ‘Ontwikkelen jullie veel nieuwe producten dan?’ ‘Nou ja, laat ik het zo zeggen; reageert Dirk, in mijn optiek kan je maar op één manier succes hebben in zaken en dat is een probleem, onverschillig welk probleem, bij de kop te pakken en het uit de wereld te helpen, nú en niet later. Proberen en experimenteren; dat is eigenlijk mijn adagium’.
Charles raakte geïnteresseerd dus vroeg aan Dirk; ‘hoe doe jij dat dan concreet in jouw organisatie?’ ‘Oke!’; antwoordt Dirk kort, jullie besteden zeker veel tijd aan administreren en coördineren?’ ‘Ja maar, natuurlijk!; reageert Charles verontwaardigd, we zijn uiterst zorgvuldig als het gaat om managementinformatie.’
‘Zorgvuldigheid is belangrijk maar om de actiegerichtheid te bevorderen heb ik mijn organisatie opgesplitst in kleine eenheden. Hierdoor probeer ik de flexibiliteit en de actiebewustheid te bevorderen. Als er een goed idee wordt voorgesteld of een probleem wordt aangekaart, wordt er een ad-hoc werkgroep samengesteld. Een projectteam heeft zo’n stuk of tien leden, zeker niet meer’; geeft Dirk aan. ‘Wist je trouwens dat uit wetenschappelijke studies blijkt dat een groep van zeven mensen het meest effectief is?’; vult Dirk nog aan. O ja, wat ik ook belangrijk vind is dat de leden volledig gemachtigd zijn beslissingen te nemen om hun aanbevelingen in de praktijk te brengen.’; legt Dirk uit.
‘Je bedoelt toch niet echt dat zo’n commissie of projectteam bindende beslissingen mag nemen?; vraagt Charles verontwaardigd. ‘Daar ben ik toch voor? Ik ben niet voor niets de directeur anders zou ik direct kunnen stoppen. Dirk antwoord;’ In onze organisatie streven wij naar uitgebreide, informele en open communicatie. Dat is in mijn overtuiging de enige manier waarop je je medewerkers optimaal kunt betrekken’.
‘Als een medewerker van mij met een idee komt of een probleem signaleert dan wordt dit in maximaal 1 A4-tje samengevat. Documentatie, voor zover aanwezig, is informeel en beknopt’; geeft Dirk aan. ‘Maar’; komt Charles er tussen ‘hoe zit het dan met de zorgvuldigheid? Je zult toch eerst zaken moeten analyseren en uitzoeken voordat je iets implementeert?’ ‘In onze organisatie wordt actie boven planning gesteld en doen boven denken.’; legt Dirk uit. Wij starten eigenlijk zo snel mogelijk met uitvoerbare taken, beginnend met de eenvoudigste en meest voor de hand liggende doelen. ‘Ik bekijk het altijd positief; ‘het is bijna altijd mogelijk een of twee praktische korte-termijndoelen te bedenken waarvoor je de mensen en middelen al hebt. Ik stel mezelf altijd de vraag; ‘wat zouden we in de komende dagen of weken al kunnen doen’. ‘Dus eigenlijk zeg je dat het gaat om het creëren van een sfeer in combinatie met gedrag dat experimenteren aanmoedigt?’; vraagt Charles bevestigend. ‘Ja precies, mijn leidinggevende moedigen initiatieven aan en zij negeren vergissingen. Let wel; vergissingen en niet ‘fout op fout’. Successen worden gevierd.'
‘Ja klinkt allemaal goed hoor Dirk maar hoe weet je dan wat je klanten voor producten willen?’ ‘Ik heb nauw contact met mijn klanten. Zij zijn mijn belangrijkste partners in het ontwikkelproces. Een groot deel van mijn experimenten vindt plaats in samenwerking met deze klanten.
‘Dirk, als ik je zo hoor vertellen dan schieten er een aantal zaken door mijn hoofd. Ik denk dat ik mijn organisatie zo heb ingericht, zoals ik heb gedaan, als reactie op de snelle groei van mijn bedrijf. Door de snelle groei is het voor mij erg complex geworden. Ik dacht dit op te kunnen lossen door een hiërarchische lijnen en informatiesystemen. Juist, doordat mijn bedrijf steeds groter werd is er in de loop van de jaren steeds meer behoefte gekomen aan controle zonder dat ik er erg in had. Daarom ontstond er een sterkte behoefte aan coördinatie, studiegroepen, commissies en stafafdelingen. Al die afdelingen moesten nog meer informatie gaan leveren aan de directie en we hadden complexe informatiesystemen nodig om te kunnen voorzien in de informatiebehoefte. Weet je, wij hebben de afgelopen jaren duidelijk de voorkeur gegeven aan analyses en vaak eindeloze discussies in plaats van te gaan doen en actie ondernemen. Als ik eerlijk tegen mezelf ben, zijn wij als organisatie eigenlijk het slachtoffer van overcomplexiteit geworden. Juist hierdoor zijn we niet toegekomen aan experimenteren en vooral doen!
‘Ik zie dat nu wel in ja. Aan de andere kan; wat je beschrijft klinkt wel logisch en erg interessant maar tegelijkertijd wel erg risicovol. Ik weet niet of ik dat wel aandurf, het vraagt om een geheel andere benadering binnen mijn organisatie; stelt Charles vast. Dat wordt een ‘hell of a job’.
Acht Charles;’In onze beleving is het juist riskant om géén risico te nemen, en niet iets – hoe weinig ook - te ‘doen’.